Transferium De Punt ramp voor cultuurhistorie

Onderstaand stuk verscheen vandaag ( 19 juni 2018) als mijn reactie en aanvulling op het opiniestuk van Eric van der Bilt in het Dagblad van het Noorden van 13 juni 2018.

 

In zijn opiniestuk van 13 juni zet voormalig directeur van Stichting Het Drentse Landschap Eric van der Bilt treffend uiteen waarom een transferium langs de A28 bij De Punt een slecht idee is. Eén krachtig argument tegen de komst van deze megaparkeerplaats slaat hij jammer genoeg over: de grote cultuurhistorische waarde die hier in het geding is. De huidige Groningerstraat, waaraan het transferium moet komen te liggen, vormt met de aansluitende Rijksstraatweg een restant van een meer dan duizend jaar oude heerweg. Eeuwenlang was dit de enige plek waar je - via de Punterbrug - het beekdal van de Drentse Aa kon oversteken om over de hooggelegen Hondsrug Groningen te bereiken.Dit bijzondere historisch-geografische gegeven is nog steeds zeer goed waarneembaar. Doordat het laagland aan Drentse zijde van de beek open is gebleven, is het contrast met de hoge, lommerrijke Groningse zijde nog net zo groot als toen onze verre voorouders met paard en wagen over deze weg ploeterden. Het transferium zal, met alle verhullende bosjes rondom, dit beeld sterk verstoren. Op het kleine stukje open ruimte dat overblijft, rust deels een bedrijfs- en horecabestemming, zodat het wachten is op de gebouwen in schoenendozenstijl die we overal langs onze wegen zien verrijzen.

 

Daarmee dreigt voorgoed de entourage te worden verpest van de vele cultuurhistorische overblijfselen die zich aan of nabij de weg bevinden. Bijvoorbeeld de schitterend gelegen en volstrekt unieke herberg de Groninger Punt, een oude grenspost waarvan de historie teruggaat tot de vijftiende eeuw. Hier werd tol geheven en was een halteplaats voor twee belangrijke postkoetsdiensten. Pal erachter bevindt zich de locatie van het vroeg zestiende-eeuwse blokhuis Weerdenbras, een van de eerste aarden forten in Nederland. Saksers, Geldersen, Spanjaarden, Geuzen en Bommen Berend hebben zich hier verschanst om de toegangspoort tot het Noorden te controleren. Naast het tankstation ligt het middeleeuwse omgrachte terrein van de in 1981 afgebrande herberg de Drentsche Punt. Het staat op de Beleidskaart Archeologie van de gemeente Tynaarlo niet eens aangegeven. Daaruit blijkt wel hoe slecht er naar de cultuurhistorische waarde van het gebied is gekeken bij de plannenmakerij.

 

De Rijksstraatweg en Groningerstraat behoorden tot de eerste trajecten in Nederland die in het begin van de negentiende eeuw werden bestraat. Een gedenksteen van dit heuglijke feit ligt nog in de berm bij de Groninger Punt. Juist van bestuurders die het belang van mobiliteit zo hoog in het vaandel hebben staan, zou je verwachten dat ze oog hebben voor deze  ‘levende geschiedenisles’ die hier op een afstand van slechts enkele kilometers de ontwikkeling van duizend jaar wegverkeer samenvat. De Drentse politiek zou dan ook letterlijk en figuurlijk een historisch statement maken door een grote streep te zetten door dit overbodige parkeerplan en in plaats daarvan de uiterst boeiende geschiedenis van de weg te gebruiken om de aantrekkingskracht van het Drentse Aa-gebied te vergroten. Want dat is en blijft per slot van rekening de echte kip met de gouden eieren in de regio.