De Groninger Punt: grenspost van een stadstaat

Al in de 15de eeuw heerste de stad Groningen over vrijwel het gehele grondgebied van de huidige provincie Groningen. De stadjers hechtten veel belang aan een goede bereikbaarheid van hun stadstaat. Daarom bouwden zij aan de zuidgrens, op de hoofdroute richting Zwolle, een brug over de Drentsche Aa: de Punterbrug. Pal hiernaast kocht het stadsbestuur in 1467 een stuk grond aan met een huis erop, de voorganger van de huidige Groninger Punt. Hier werd tol geheven en konden reizigers iets eten en drinken, hun paarden uitspannen en overnachten.

 

Weerdenbras

Pal achter deze 'stadsbehuizing' werd in 1505 een versterking gebouwd: blokhuis Weerdenbras. In 1585 verrees er een tweede bolwerk, aan de overkant van de weg. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd er meermaals stevig gevochten. Waarschijnlijk is het oorspronkelijke huis toen verwoest of afgebroken, want het huidige pand vertoont geen (zichtbare) middeleeuwse sporen. Vanaf 1665 werd de Groninger Punt een belangrijke halteplaats voor de postkoetsen op Zwolle en later ook Lemmer.

 

Particulier bezit

De tolheffing bleef in stedelijke handen, maar het huis werd rond 1683 aan een particulier verkocht. Toch meende het Groninger stadsbestuur een halve eeuw later nog aanspraak op het bezit te kunnen maken. Het lukte echter niet het pand te onteigenen. De stad koos daarom in 1736 voor de bouw van een nieuw tolhuis iets verderop. Dit deed slechts tien jaar dienst waarna de tolpacht weer terugkwam bij de eigenaren van de Groninger Punt.

 

Veel ouder dan 1736

De bouwaanvraag voor dit nieuwe tolhuis werd in onze tijd echter aangezien voor de geboorteakte van de Groninger Punt. Tijdens het bouwhistorische onderzoek kwam deze vergissing steeds duidelijker naar voren. Diverse bouwsporen wezen op een hogere ouderdom en er doken steeds meer bronnen op waaruit bleek dat het huis in 1736 allang bestond.

 

Indrukwekkend complex

Het was toen reeds een indrukwekkend complex, bestaande uit een 17de eeuws ‘hoog huijs’, waartegen rond 1700 een 'laag huijs’ was geplaatst. Beide bouwdelen hadden verdiepingen, die rond het midden van de 19de eeuw werden verlaagd en samengevoegd onder één groot schilddak. Intern is de tweebeukige opzet echter nog goed waarneembaar. Los van het hoofdhuis waren er stallen, een keuken en een karnhuis.

 

De voornaamheid van het bouwwerk spreekt uit diverse interieuronderdelen, zoals het dubbele halportaal, de fraaie deuromlijstingen, rijk uitgevoerde kast- en bedstedewanden en delen van het 18de-eeuwse beschilderde wandbeschot (waarop onder meer een wolvenjacht te zien is).

 

‘Patriottisch’ koetshuis

Na de Bataafse omwenteling kocht het Patriottische stadsbestuur van Groningen in 1796 het pand opnieuw aan. Op de plaats van een oudere aanbouw verrees een grote nieuwe vleugel, waarin het koetshuis, de herbergkeuken en de karnkamer een plek kregen. Hiervan zijn belangrijke onderdelen bewaard gebleven, zoals een grote keukenhaard met betegeld fornuis. Het koetshuis bezit nog de in- en uitrijpoorten, de oude gebintenconstructie en de originele klinkerbestrating. In de zijbeuken bevonden zich voergangen en ruiven voor zo'n 16 tot 20 paarden, waarmee het grote belang van het pand als pleisterplaats wordt onderstreept.

 

Koestal met grup

In 1824 werd de tolheffing bij de Punt afgeschaft. De reeds aanwezige agrarische functie won aan betekenis. Er werd een grote landbouwschuur tegen het koetshuis gebouwd, waarin een oudere stal werd opgenomen. Dit 19de-eeuwse bedrijfsgedeelte is goed bewaard gebleven.

 

Architecten van De Ploeg

Als herberg en uitspanning bleef de Groninger Punt nog tot 1933 voortbestaan. Daarna werd het pand tot woonhuis verbouwd door architect Wittop Koning en binnenhuisarchitect S. Nieuwenhuis – de eerste lid, de tweede nauw betrokken bij de Groninger kunstkring De Ploeg. Zij restaureerden het huis in een sterk historiserende stijl. Hieraan dankt het pand onder meer zijn opvallende glas-in-loodramen, luifel en oud-Hollandse lantaarns.

 

Kort na de oorlog betrok de bekende Groninger architect Egbert Reitsma het huis – opnieuw een lid van De Ploeg. Hij had hier tevens zijn bureau. Reitsma realiseerde intern een tweede wooneenheid, waarvan onderdelen bewaard zijn gebleven. Ook het baksteenreliëf bij de entree is van zijn hand.

 

Interessant terrein

In en rondom het terrein bevinden zich enkele sloten en/of grachtrestanten met een hoge ouderdom. Achter op het erf verheft zich een merkwaardig terpachtig heuveltje. In de tuin- en erfaanleg zijn veel historische elementen bewaard gebleven. Voor het pand ligt een zeldzame oude keibestrating. 

  

N.B. De hieronder downloadbare rapporten zijn tot stand gekomen over een periode van vele maanden. Zodoende zijn in deel 1 en 2 nog niet de latere ontdekkingen over het foutieve bouwjaar 1736 verwerkt. Deze staan beschreven in deel 3.

 

De laatste bevindingen zijn te lezen in het artikel 'Een redelijcke goede herberge de Punt genaemt' in het Historisch Jaarboek Groningen 2017

 

Download
Groninger Punt 1, bouwhistorische verken
Adobe Acrobat document 21.7 MB
Download
Groninger Punt 2, koetshuis en paardenst
Adobe Acrobat document 3.7 MB
Download
Groninger Punt 3, op zoek naar het begin
Adobe Acrobat document 2.8 MB
De voorzijde van het pand aan de Rijksstraatweg.
De voorzijde van het pand aan de Rijksstraatweg.
Eén van de monumentale beschotwanden in Lodewijk XIV-stijl.
Eén van de monumentale beschotwanden in Lodewijk XIV-stijl.
De achterzijde van de 19de-eeuwse landbouwschuur (links) en het koetshuis uit 1796 met de dubbele wagenpoort.
De achterzijde van de 19de-eeuwse landbouwschuur (links) en het koetshuis uit 1796 met de dubbele wagenpoort.
Mogelijk nog 18de-eeuwse voergang voor paarden.
Mogelijk nog 18de-eeuwse voergang voor paarden.
Het huidige complex (boven) en de veronderstelde situatie rond 1710, met het 17de-eeuwse 'hoge huijs' (rood en groen), het vroeg 18de-eeuwse 'lage huijs' (donkerblauw) de stal annex keuken (lichtblauw) en de later overbouwde 'oude stal' (geel).
Het huidige complex (boven) en de veronderstelde situatie rond 1710, met het 17de-eeuwse 'hoge huijs' (rood en groen), het vroeg 18de-eeuwse 'lage huijs' (donkerblauw) de stal annex keuken (lichtblauw) en de later overbouwde 'oude stal' (geel).
Nadat in 1824 de tolheffing bij de Punt werd afgeschaft, werd het monumentale 18de-eeuwse tolhek volgens de overlevering hergebruikt. Waarschijnlijk doet het sindsdien dienst als toegangshek van de Groningse Noorderbegraafplaats.
Nadat in 1824 de tolheffing bij de Punt werd afgeschaft, werd het monumentale 18de-eeuwse tolhek volgens de overlevering hergebruikt. Waarschijnlijk doet het sindsdien dienst als toegangshek van de Groningse Noorderbegraafplaats.