Tip: in Nederland kun je als eigenaar van een monument nauwelijks op subsidie rekenen.
Toch is bouwhistorisch, bouwkundig en interieuronderzoek vaak wel subsidiabel. Informeer bij je gemeente of provincie.
'Bovengrondse archeologie', zo wordt bouwhistorie wel genoemd. En inderdaad zijn er veel raakvlakken. Ook bouwhistorici proberen aan de hand van (bouw)sporen inzicht te krijgen in het leven van onze voorouders, en te ontdekken hoe zij bouwwerken maakten en gebruikten.
Onmisbaar bij verantwoord restaureren
Maar bouwhistorie heeft daarnaast een heel praktisch nut. Wie een monument wil verbouwen of restaureren, moet immers weten of die plannen vanuit cultuurhistorisch oogpunt verantwoord zijn.
Tip: laat bouwhistorisch onderzoek doen voordat je verbouwplannen gaat maken. Dat voorkomt teleurstellingen achteraf.
Met de uitkomsten van bouwhistorisch onderzoek wordt snel duidelijk wat er wel en niet kan. Kun je een doorbraak maken zonder historisch waardevolle onderdelen aan te tasten? Moet je zuinig zijn op de oude vensters? Hoe waardevol is de muurdecoratie die achter een voorzetwand te voorschijn kwam? En heeft die weinig fraaie aanbouw wellicht toch een interessante gebruiksgeschiedenis?
Verschillende soorten onderzoek
Onderzoek kan betrekking hebben op een groep bouwwerken, een enkel gebouw, een specifieke ruimte of constructie of een interieuronderdeel. Ook objecten zoals bruggen kunnen het onderwerp zijn, of zelfs een tuinaanleg.
Herbestemming
Een beschermde monumentale status is geen vereiste en een hoge ouderdom evenmin; in toenemende mate worden ook naoorlogse bouwwerken onder de loep genomen, bijvoorbeeld voorafgaand aan een herbestemming. Ook is onderzoek mogelijk zonder specifieke aanleiding, of als laatste documentatiemiddel voorafgaand aan sloop.
Er bestaan drie vormen van bouwhistorisch onderzoek: de inventarisatie, de opname (met de verkenning als lichte variant) en de ontleding (zie voor uitleg hieronder). Bij elke vorm wordt vooraf een Plan van Onderzoek opgesteld.
Objectief en onafhankelijk
Bouwhistorisch onderzoek dient objectief en onafhankelijk te zijn. De beoordeling staat los van de gewenste bouwplannen of van de bouwkundige staat waarin een bouwwerk of bepaalde onderdelen ervan verkeren.
Daarom wordt in de rapportages geen rechtstreeks verbouw- of restauratieadvies gegeven. Wel kunnen desgewenst 'zoekzones' worden aangegeven waarin bijvoorbeeld bepaalde verstorende maar onvermijdelijke ingrepen (denk aan een lift of een erker) vanuit bouwhistorisch oogpunt het minste kwaad kunnen.
Meer info? Zie: richtlijnen voor bouwhistorisch onderzoek.
De bouwhistorische inventarisatie is de lichtste vorm van onderzoek en omvat een beschrijving in woord en beeld van de zichtbare of vermoede monumentale waarden van bouwwerken. Het onderzoek heeft vaak betrekking op meerdere gebouwen tegelijk en beperkt zich in de regel tot de buitenkant.
Vooral voor beleid
Vooral overheden maken vaak gebruik van deze vorm. Bijvoorbeeld bij het opstellen van een bouw- of cultuurhistorische verwachtingskaart, de ontwikkeling van ruimtelijk beleid of bij herziening van een monumentenlijst.
Wie gaat restaureren of verbouwen heeft niet genoeg aan een inventarisatie. Je wilt dan immers nauwgezet weten welke waardevolle elementen een pand bevat - ook qua interieur. Afhankelijk van de onderzoeksvraag en het budget is er dan keuze uit een bouwhistorische opname of de lichte variant daarvan, de verkenning.
Veldwerk
In beide gevallen worden de essentiële (zichtbare) onderdelen van een pand onderzocht en waar mogelijk gedateerd. Bij een verkenning moet je aan een of twee dagdelen veldwerk denken, bij een opname zijn dat er doorgaans meer.
Archiefonderzoek
Daarnaast wordt de bouw-, bewonings- en gebruiksgeschiedenis uitgediept via literatuurstudie, archiefonderzoek en vergelijking met verwante objecten. Bij een opname gebeurt dit uitgebreider dan bij een verkenning.
Waardestelling
De bevindingen komen terecht in een prettig leesbaar rapport, voorzien van foto’s, tekeningen en ander beeldmateriaal. Belangrijk is de zogenaamde waardestelling. Daarin wordt precies aangegeven welke onderdelen cultuurhistorische waarde bezitten en welke niet.
De bouwhistorische ontleding is een totaalonderzoek waarbij een wetenschappenlijke analyse van het object en zijn bouwgeschiedenis wordt gemaakt, voorzien van gedetailleerde opmetings-, faserings- en reconstructietekeningen.
Veldwerk in meerdere stadia
Het veldwerk vindt daarbij niet alleen plaats voorafgaand aan een verbouw- of restauratieplan, maar ook bij aanvang van en tijdens de werkzaamheden. Want vaak kunnen bouwsporen pas goed worden bekeken als pleisterlagen, vloerbedekking, gipswanden, verlaagde plafonds en dergelijke (deels) worden verwijderd. Zo kan bovendien tijdens de uitvoering nog met belangwekkende vondsten rekening worden gehouden.
Specialistisch onderzoek
Opnames en ontledingen kunnen worden aangevuld met specialistisch onderzoek, zoals kleuronderzoek, dendrochronologie (ouderdomsbepaling van het hout door middel van jaarringen) of materiaaltechnisch onderzoek.
Wil je meer informatie of vrijblijvend een offerte aanvragen? Neem dan contact op. Bel 06 41 37 38 13. Of stuur een bericht via het contactformulier.
Jim Klingers bouwhistorie & restauratieadvies
Beilerweg 4, 9418 TE, Wijster
Tel: 06 41 37 38 13
KvK-nummer 67989241