Eesinge is een esgehucht aan de Reest onder de rook van Meppel en in de herrie van de A32. Het bestond ooit uit vier erven die toebehoorden aan het Utrechtse kapittel van Sint-Pieter. Dit exemplaar staat vermoedelijk op dezelfde plek als het allereerste hof, het Evesingehuis uit de 11de eeuw. Het pand oogt grotendeels 18de-eeuws, maar enkele balken dateren nog uit ca. 1585. Het voorhuis lijkt veel te ruim en voornaam voor de eenvoudige boerderij, toch was ooit nog eens tweemaal zo groot. Een onopgelost raadsel. De overgebleven helft bezit een fraai interieur met veel tegeltableaus. Eén ervan lijkt te refereren aan de vrijmetselarij.
Op de verknoeide gevels na is werkelijk alles bijzonder aan Middendorpsstraat 5 te Meppen. De hoge leeftijd (1380-1381) de gebintconstructie ('oplegt warck'); de typologie (een 'Flettdeelenhaus'); de aanknopingspunten met nog oudere archeologische huisplattegronden. En dan is er nog het opmerkelijke verleden als kloosterboerderij van het vermaarde Olde Convent te Groningen en als woning van een toveres of 'wickerse' die hier in de vroege 17de eeuw onder grote belangstelling haar praktijk uitoefende. De boerderij zal door de huidige eigenaren in oude luister worden hersteld. Nu nog een monumentenstatus!
Bijna iedereen die ooit museumdorp Orvelte heeft bezocht, kent dit schilderachtige punt waar het keistraatje de Flintenweg zich tussen de staart van de Flintenhoeve en een losstaande schaapskooi slingert. Over de bouwhistorie van dit fraaie ensemble was zo goed als niets bekend en de bouwtijd werd doorgaans in de late 18de of 19de eeuw gesitueerd. Toen de zorgboerderij wegens asbestsanering volledig moest worden gestript, diende zich een unieke gelegenheid aan voor onderzoek. Bij de leeftijd mag nu zo'n anderhalve eeuw worden opgeteld. En dat geldt ook voor de aangebouwde staart en de schaapskooi.
Weer een verrassing in Orvelte! Naast de voordeur van het Ottenshoes prijkt een gevelsteentje met daarop 'R. Ottens 1860'. Niet het bouwjaar van de boerderij, zoals lang is gedacht, maar enkel het jaar van een verbouwing. Want deze boerderij, ooit eigendom van een van rijkste boerenfamilies van Drenthe, bezit een puntgave gebintconstructie die blijkens jaarringenonderzoek vrijwel geheel uit 1599 dateert. Het pand en de deels uit 1860 stammende stijlkamers zijn te bezichtigen. En wie het winkeltje in de schaapskooi bezoekt: let ook hier op de fraaie constructie uit 1606!
Orvelte werd tussen pakweg 1968 en 1990 getransformeerd tot een bewoond openluchtmuseum in de sfeer van de 19de eeuw. Veel panden werden gerestaureerd, maar dit gebeurde niet altijd even vakkundig. Voor de "restauratie" van de keuterij Dorpsstraat 7 werden in 1977 hoge subsidies verstrekt om jeugdige werkloze bouwvakkers aan de bak te krijgen. Hun gebrek aan kennis leidde tot de onnodige sloop van het pandje en vervolgens tot een onzorgvuldige herbouw. Een betreurenswaardige misser, maar ja, ook die maakt deel uit van de Orvelter bouwhistorie. Met meer liefde voor het vak werden twee replica's van historische houtzagerijen op het terrein geplaatst. Ze bevatten interessante hergebruikte materialen en machines.
De J.C. Kapteyn Sterrenwacht is een van de fraaiste jonge monumenten van Drenthe, gebouwd in 1964. De ontwerper, ir. L.C. van der Lee, spaarde kosten nog moeite om aan de torenhoge sterrenkundige ambities van de Rijksuniversiteit Groningen te voldoen. Het gebouw werd voorzien van de grootste telescoop van Nederland, de eerste zelfdragende koepel van polyester ter wereld en tal van slimme snufjes om lucht- en bodemtrillingen te voorkomen. Toch deed de sterrenwacht amper vijftien jaar dienst. Voor de luie studenten lag het gebouw te ver van de universiteit. De bijbehorende werkplaats bleef langer in gebruik. Hier werd onder meer de eerste Nederlandse ruimtetelescoop gebouwd. Inmiddels zijn in het gebouw appartementen gerealiseerd.
Deze Schiedamse jeneverpakhuizen van rond 1800 deden tussen 1894 en 1976 dienst als sodafabriek. Jarenlange leegstand volgde. Het schadebeeld is spectaculair. Vloeren lopen zo scheef dat je haast zeeziek wordt. Een van de daken heeft het begeven. Stoffen uit de sodaproductie hebben de baksteen en houtconstructie ernstig aangetast. Toch hebben mensen zich het lot van dit onttakelde complex aangetrokken en zijn begonnen het op te knappen. Tijdens dit schadeonderzoek bleek helaas dat dit niet altijd even deskundig gebeurde...
Deze stoere loods bleek een ongelofelijk interessant stuk industrieel erfgoed te zijn: het voormalige ketelhuis van de Veenhuizer stoomkatoenspinnerij, gebouwd in 1839 -1841. Het hoofdgebouw ging in 1962 bij brand verloren. Het was de eerste stoomfabriek in Drenthe en een van de vroegste in Nederland. Initiatiefnemer voor de bouw was niemand minder dan generaal Johannes van den Bosch (1780-1844). De visionaire grondlegger van het 'pauperparadijs' Veenhuizen en de andere Koloniën van Weldadigheid was een ware stoomfanaat. In het ketelhuis stond een van de eerste stoommachines van Nederlands fabricaat. Na de sluiting van de fabriek in 1860, had het complex talloze andere functies.
Tussen het fraaie stadhuis (nu museum) en de Grote Kerk van Weesp staat dit sterk verwaarloosde winkelpand (Nieuwstraat 37). Weinig mensen zullen er de monumentale waarde van inzien. Maar schijn bedriegt: achter de jaren-vijftiggevel gaat een casco schuil uit de 15de, 16de en 17de eeuw. Er zijn onder meer restanten van 17de-eeuwse balkconsoles en een alternerend houtskelet bewaard gebleven. Ooit moet dit een van de grootste en fraaiste huizen van het stadje zijn geweest. Gelukkig liggen de restauratieplannen klaar en gloort er weer hoop voor dit bijzondere pand.
Wie niet beter weet, ziet Wilhelminasingel 1 aan voor een grote vroeg 20ste-eeuwse villa, die wat plompverloren in een plantsoentje staat. Aan bijna niets is meer te zien dat we hier te maken hebben met het voormalige hoofdstation van de roemruchte NV Stoomtramweg Maatschappij OG, welke afkorting officieel stond voor 'Oostelijk Groningen' maar in de volksmond voor 'Ol Graitje' (ouwe Grietje) vanwege de tergend trage stoomtrams die op de lijnen werden ingezet. Binnen is het een ander verhaal. Daar vallen onder meer fraaie kantoorruimtes te bewonderen met oogstrelende glas-in-loodramen van Willem Bogtman.
Ooit was Zaandam een stad van hout. Een unicum in West-Europa. Na 1950 zijn helaas bijna alle houten panden gesloopt. Ook van dit viertal aan het Hanenpad is de toekomst onzeker, maar zoals het er nu uitziet blijven ze waarschijnlijk behouden. En dat mag ook wel, want het rechter huisje op de foto dateert uit 1640, het middelste pand heeft een hergebruikt gebint uit 1645. De twee andere zijn 19de-eeuwse panden met veel oorspronkelijk materiaal. Tezamen staan ze op een authentiek Zaans erf - mét regenwaterput!.
Rond 1850 telde het dorpje Drogt bij het Drentse Zuidwolde dertien boerderijen. Maar enige decennia later verdween het vrijwel van de kaart, waarschijnlijk door de sterke verzuring van de esgronden ter plekke. Nu zijn er van het oude Drogt nog maar drie boerderijen over, waaronder dit vervallen prachtexemplaar (Drogterweg 13) uit 1849, waar de tijd heeft stilgestaan maar de pomp nog werkt.
Wil je meer informatie of vrijblijvend een offerte aanvragen? Neem dan contact op. Bel 06 41 37 38 13. Of stuur een bericht via het contactformulier.
Jim Klingers bouwhistorie & restauratieadvies
Beilerweg 4, 9418 TE, Wijster
Tel: 06 41 37 38 13
KvK-nummer 67989241