Het Nordingegoed, de nestor van Drenthe


Middendorpsstraat 5 is voor zover we weten de oudste boerderij van Drenthe en de op een na oudste van Nederland en het Europese hallenhuisgebied. Uit jaarringenonderzoek is gebleken dat de eiken voor een deel van de gebintconstructie in 1379-1380 werden gekapt. Destijds werd eikenhout in verband met de snelle uitharding direct na de kap verwerkt, dus de voltooiing van de boerderij ligt waarschijnlijk in 1381. Daarmee is het pand vier jaar ouder dan Hagenend 3 te Anderen (gem. Aa en Hunze, Dr). Alleen de Aarlese Hoeve in Best (NB) met het bouwjaar 1263 is nog een stuk ouder.

Niet de gehele constructie is 14de-eeuws, er zijn ook fases uit ca. 1550, 1590, 1647, 1677 en 1711.

 

Nordingegoed

De boerderij stond bekend als het Nordingegoed. Bewoners met de naam Nordinge duiken al vanaf 1400 in geschriften op. In 1455 wordt het goed wordt verkocht aan het Olde Convent, een belangrijk vrouwenklooster in de stad Groningen. Restanten van dit klooster zijn nog bewaard aan de Rode Weeshuisstraat. In de 16de eeuw - wanneer precies is onbekend - kwam het weer in particuliere handen. De bewoners noemden zich intussen Nardinge.  

 

Uitzonderlijk gebint

Het 14de-eeuwse gedeelte heeft een zeldzame constructie bestaande uit langs(balk)gebinten. In Drenthe wordt dit gebinttype vanouds ‘oplegt warck’ genoemd. Oplegt warck gaat vooraf aan de latere ankerbalkgebinten, die in Drenthe vanaf ca. 1515 verschijnen. In Nederland zijn op dit moment slechts acht boerderijen met (restanten van) langsgebinten bekend; vijf daarvan staan in Drenthe. In het Duitse hallenhuisgebied zijn er veel meer. Daar bleven langsgebinten tot in de 19de eeuw in zwang, zij het in jongere verschijningsvormen. Het oudste Duitse exemplaar dateert 'pas' uit 1428.

 

Flettdeelenhaus 

De in Meppen behouden gedeelte is bovendien een speciaal onderdeel van de boerderij geweest: het Flettgebint, een extra zwaar uitgevoerde constructie die niet één maar twee gebintvakken overbrugt. We vinden deze zware constructies bij sommige van de oudste Duitse hallenhuizen boven het Flett, het brede woongedeelte waar zich het open vuur bevond. Hierdoor staat vast dat Middendorpsstraat 5 een Flettdeelenhaus is geweest, een boerderijtype dat nu vrijwel alleen nog in Duitsland te vinden is.

 

Overeenkomsten met Gasselte boerderijen

Pengaten voor verdwenen balkverbindingen wijzen op extensies aan zowel de voorkant als de achterkant van de boerderij, die niet alleen lichter waren uitgevoerd maar ook lager waren dan het flettgebint. Deze opzet is voor zover bekend volstrekt uniek. Duidelijker dan bij de andere boerderijen met oplegt warck lijkt er dan ook een connectie te bestaan met de bootvormige Gasselte B en B' -boerderijtypes uit de 11de – 14de eeuw, die we alleen kennen uit archeologische opgravingen. Ook bij deze boerderijen zaten de zwaarste gebinten vaak niet aan de voorkant maar ergens in het midden. En vermoedelijk waren ook deze gebouwen in het middengedeelte hoger.

 

Dubbele bewoning 

Deze bijzondere indeling leidde in de 16de of vroege 17de eeuw tot een dubbele bewoning én bedrijfsvoering door twee nauw verwante families Nardinge. In 1647 besloten die tot een opmerkelijke ingreep: de boerderij werd letterlijk in tweeën gesplitst. Het achterste deel van de gebintconstructie werd verwijderd en hergebruikt voor een nieuwe boerderij  tegenover het oude pand. Beide helften werden vervolgens aangevuld met nieuwe (ankerbalk)gebinten. Sindsdien was er sprake van de Voorste en de Achterste Nardinge. De tweede boerderij is helaas in de dertiger jaren van de vorige eeuw gesloopt.

 

Toveres

De boerderij heeft heel wat kleurrijke bewoners gekend. Een ervan was de toveres of 'wickerse' Egbertien Nardinge. In de vroege 17de eeuw, toen bijna alle Drenten nog katholiek waren maar de katholieke eredienst verboden was, ging zij de dorpen langs om met wijwater have en goed te zegenen, de toekomst te voorspellen en de duivel te bannen. Ook opereerde zij vanuit haar huis klaarblijkelijk als praktiserend genezeres. Toverij en godslastering, vond de Drentse Synode, die vanaf 1612 keer op keer aandrong op harde maatregelen bij de drost van Drenthe, Caspar van Ewsum. Maar deze, zelf katholiek, legde Egbertien geen strobreed in de weg, op een kortstondige verbanning na. Van heinde en verre bleven mensen naar deze 17de-eeuwse Jomanda toekomen. Toen in 1623 Van Ewsum uiteindelijk toch voor de druk van de Synode zwichtte, bleek - waarschijnlijk tot zijn opluchting - dat Egbertien net op haar sterfbed lag.

 

Misschien dat de geest van Egbertien nog steeds over het Nordingegoed waakt, want de boerderij ontsnapte twee keer ternauwernood aan brand (de schuur brandde wel af) en werd bij een verbouwing in 1962 weliswaar flink toegetakeld maar niet gesloopt. Inmiddels heeft de boerderij liefhebbende nieuwe eigenaren die het pand in ere willen herstellen.

 

Hieronder is het lijvige rapport (188 pagina's) downloadbaar. Er volgt t.z.t. nog een aanvullend onderzoek. 


De boerderij in 1959.
De boerderij in 1959.
De boerderij nu.
De boerderij nu.
Bebouwing van het voormalige Olde Convent in de Rodeweeshuisstraat te Groningen.
Bebouwing van het voormalige Olde Convent in de Rodeweeshuisstraat te Groningen.
Het oplegt warck in 1959.
Het oplegt warck in 1959.
Fasering van de gebintconstructie. In rood het Flettgebint uit 1380. De overige onderdelen zijn jonger. De grijze onderdelen zijn verdwenen.
Fasering van de gebintconstructie. In rood het Flettgebint uit 1380. De overige onderdelen zijn jonger. De grijze onderdelen zijn verdwenen.
Zo kan de constructie er omstreeks 1380 hebben uitgezien. De oranje onderdelen zijn nog aanwezig of deze vallen met grote waarschijnlijkheid af te leiden uit bestaande pengaten.
Zo kan de constructie er omstreeks 1380 hebben uitgezien. De oranje onderdelen zijn nog aanwezig of deze vallen met grote waarschijnlijkheid af te leiden uit bestaande pengaten.